De Provincie West-Vlaanderen zet de komende jaren sterk in op een aantal kenniswerven. Die concentreren zich elk in een bepaald gebied van de provincie.
In een snelveranderende wereld ligt de toekomst in een kennisgedreven economie. Daartoe bundelt TUA de krachten van de kennisinstellingen in West-Vlaanderen.
De focus ligt op twee grote pijlers, nl. de hoger onderwijsinstellingen binnen de provincie meer laten samenwerken (1) en de aanwezige kennis vlotter ter beschikking stellen van het economische weefsel, bedrijven en voornamelijk de vele KMO’s uit de regio (2).
Het voornaamste instrument dat TUA hiervoor gebruikt zijn haar expertengroepen. Deze groepen zijn samengesteld uit onderzoekers uit de verschillende West-Vlaamse kennis- en onderzoeksinstellingen. Er zijn thematische expertengroepen rond de belangrijkste kennisclusters in West-Vlaanderen, namelijk Blue Energy, Machinebouw & Mechatronica, Nieuwe Materialen, Voeding en Zorgeconomie. Deze expertengroepen beperken zich niet tot één thema, geregeld kijken ze ook over de inhoudelijke schotten heen. Cross-sectorale innovatie staat immers garant voor de beste resultaten.
Hoe werken de expertengroepen concreet? Elke groep komt jaarlijks een vijftal keer samen. Het bevorderen van contact tussen de onderzoekers en het uitbouwen van een netwerk is een niet onbelangrijke eerste doelstelling (1). Alles hangt immers af van mensen.
De aanwezige expertise wordt in kaart gebracht (zowel op het vlak van onderzoekexpertise als lopende projecten) en ontsloten voor geïnteresseerden (2).
Op basis van de beschikbare expertise en de aanwezige infrastructuur, worden vervolgens projecten opgezet die een meerwaarde betekenen voor de sector in West-Vlaanderen. Een belangrijke doelstelling van de expertengroep is om te zoeken naar externe financieringsmiddelen om deze projecten te kunnen realiseren (3). Hiervoor wordt het brede gamma van provinciale, over Vlaamse en Europese kanalen gesolliciteerd. TUA kan ondersteuning bieden in elke fase van een project, van aanvraag tot uitvoering, en heeft expertise in diverse Europese programma’s en technische aspecten.
Verder worden acties ondernomen om de thematiek van de kenniswerf meer op te nemen in het lopende onderwijscurriculum (4). Dit kan op verschillende manieren gebeuren, zoals bv. via het aanreiken van thema’s voor bachelor- of masterproeven, via het ter beschikking stellen of zoeken van stageplaatsen, via summer schools of postgraduaatopleidingen. Daarnaast/Bovendien staat de expertengroep ook in voor ad hoc coördinatie van opdrachten, zoals beursbezoeken en de communicatie en ondersteuning van evenementen die de aandacht op de sector vestigen.
Tot slot worden de expertengroepen ook gebruikt om, via het ecosysteem, kennis- en onderzoeksvragen te capteren en die in volledige transparantie en gelijktijdig aan alle kennisinstellingen in de provincie te distribueren. De kennispartners geven aan of ze expertise hebben in het betreffende domein en of ze interesse hebben tot samenwerking. Vervolgens ontvangt de vraagsteller een gebundeld antwoord met alle reacties en aanknopingspunten, waarna hij zelf beslist met wie hij contact opneemt. Op deze manier krijgt de vraagsteller een nuttig overzicht van alle aanwezige expertise en houden kennisinstellingen een vinger aan de pols omtrent de vragen die leven in hun vakgebied.
Met de Fabrieken voor de Toekomst concretiseert de Provincie West-Vlaanderen via de POM West-Vlaanderen het Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse regering op maat van de West-Vlaamse Kmo's.
Er wordt naar een maximale afstemming gezocht met de activiteiten van de Fabrieken voor de Toekomst die door POM gecoördineerd worden. Zo neemt de voorzitter van de expertengroep deel aan de door de POM georganiseerde kerngroep en sluit de coördinator van de Fabriek aan op de expertengroep. De doelstellingen van POM en TUA zijn dezelfde, namelijk het bevorderen van de economische clusters in West-Vlaanderen. De primaire partners voor POM zijn de bedrijven, voor TUA de kennisinstellingen.